Reglementen voor deelnemers aan ritten van de NRSV

Deelnemers houden zich aan de basisregels van de paardensport betreffende verantwoorde sportbeoefening en respect voor anderen en voor de natuur. Deze regels zijn in overeenstemming met de gevestigde praktijk tijdens de ritten van de NRSV en worden hierbij vastgelegd.

  • De NRSV onderschrijft de gedragscode van de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie over het welzijn van het paard (zie algemeen wedstrijdreglement KNHS).
  • Deelnemers beschikken bij voorkeur over een geldig ruiterbewijs van SRR. Bij meerdaagse ritten zal ernaar gevraagd worden. Indien men dit niet heeft, dient men zich aan te sluiten bij een ruiter die wel in het bezit is van een ruiterbewijs.
  • Alle deelnemende paarden moeten minder dan 12 maanden voor de rit tegen influenza zijn ingeënt. Het paspoort met inentingen moet worden getoond aan de starter.
  • Harnachement, hulpmiddelen en optoming van het paard zijn volgens “good horsemanship” en zodanig dat de veiligheid van paard, ruiter en omgeving niet in het geding komt en diervriendelijkheid wordt bevorderd. Aan het bestuur is het oordeel of zulks nageleefd wordt, eventueel na consultatie van de NRSV-dierenarts. Hulpteugels en de vaste martingaal zijn niet toegestaan, de losse martingaal wel.
  • Deelnemers volgen de aanwijzingen van de door de NRSV aangestelde dierenarts. Keuring van alle deelnemende paarden door de NRSV-dierenarts vindt plaats bij de rally´s en meerdaagsen. De deelnemers melden zich minimaal 30 minuten voor de starttijd bij de dierenarts, daarbij ook rekening houdend met de starttijd van anderen. Het paard dient zonder zadel en beenbekleding ter keuring te worden aangeboden. Ook de staat van het hoefbeslag wordt in de keuring betrokken. Het oordeel van deze dierenarts is bindend. Voor de vierdaagse gelden vastgestelde beoordelingscriteria in verband met de indeling van het klassement.
  • De deelnemers spreken hun starttijd van te voren af met de starter. Zij starten met korte tussenpozen en rijden in kleine groepjes of individueel. Iedere deelnemer houdt zich aan de regels van het verkeer en samenspel in het verkeer, zie ´Leren rijden voor het ruiterbewijs´. De praktische tips in de brochure ‘Veilig met paarden in het verkeer’ worden door de NRSV ondersteund (brochure verkrijgbaar bij de KNHS, zie ook “Met je paard in het verkeer” op www.buitenrijden.nl).
  • Iedere deelnemer houdt zich aan de regels die gelden in de terreinen waarin wordt gereden en aan de etiquette ten opzichte van andere ruiters en recreanten. Wanneer deelnemers elkaar willen passeren, dan wordt dit eerst gevraagd, daarna kan men in een rustig tempo passeren om vervolgens weer zo veel mogelijk afstand aan te houden. Ontzie de vlakke gedeelten van zandwegen die door fietsers worden gebruikt. Rij nooit op onverharde of halfverharde fietspaden.
  • Het dragen van een cap (CE EN 1384) te paard wordt dringend aanbevolen.